Help de verwarde mens
Door bezuinigingen is de dolende mens aangewezen op vaardigheden die hij niet heeft en ook niet kan leren.
Het lijkt of in onze samenleving het uitsluiten van groepen mensen weer normaal wordt gevonden. Het gaat om kwetsbare mensen die zichzelf niet goed kunnen verdedigen en zich bij uitstek lenen voor uitstoting: ik doel op overlast veroorzakende en vaak zwervende mensen.
Ze zijn weliswaar van alle tijden, maar ze trekken met name de aandacht bij economische tegenslag of maatschappelijke onrust. Het zijn de mensen aan wie geen eer te behalen valt. Ze zijn maatschappelijk niet aangepast - komen tot kleine criminaliteit om in hun onderhoud te voorzien. Ze frequenteren politiebureaus of gevangenissen. Het ontbreekt ze aan werk en een vaste verblijfplaats.
De meesten lijden aan een tijdelijke of blijvende psychiatrische stoornis en zijn na het uitkleden van de verzorgingsstaat aangewezen op vaardigheden die ze niet bezitten en ook niet kunnen aanleren.
Politie, gemeenten en de geestelijke gezondheidszorg proberen elkaar de verantwoordelijkheid voor deze ongemakkelijke doelgroep in de schoenen te schuiven. Door bezuinigingen, reorganisaties en herijking van taken is er geen ruimte en geen geld voor de dolende mens in onze samenleving.
Uit de geschiedenis valt te leren dat het zorgdragen voor veiligheid een kerntaak is van de psychiatrie. Er hoort in onze samenleving een plek te zijn voor mensen die zichzelf verwaarlozen en de maatschappij tot last zijn - niet uit kwade wil, maar omdat zij psychiatrisch gestoord zijn en niet te genezen.
Deze doelgroep zijn wij uit het oog verloren. Het is geen wonder dat we steeds vaker lezen over 'verwarde mensen'. Het zijn de mensen die voorheen een veilig onderkomen hadden in een beschutte woonvorm, waarin zij - jazeker - op kosten van de samenleving hun beperkte leven leefden.
Aangezet door bezuinigingen van de overheid en een slecht onderbouwd beleid van psychiatrische instellingen zijn de laatste jaren beschermende woonvormen gesloten of afgebouwd vanuit de optimistisch getinte gedachte dat deze mensen hun weg in de samenleving wel weten te vinden.
Maar dat lukt niet. Gemeentes verwachten dat mensen voldoende eigen kracht en verantwoordelijkheid laten zien. Dat heeft de dolende mens nou juist niet in huis. Zorgverzekeraars weigeren voldoende (intensieve) ambulante psychiatrische zorg in te kopen voor deze doelgroep en de last resort-functie van het Leger des Heils raakt steeds verder overbelast. Zo wordt een groep mensen in onze samenleving steeds verder gemarginaliseerd. Daarnaast is er ook sprake van een moreel probleem: juist mensen die niet mee kunnen komen moeten onvoorwaardelijk kunnen rekenen op de steun, de trouw en het mededogen van de sterken in de samenleving.
Moraliteit is nu geen populair onderwerp in een wereld waarin eigen ontplooiing en zelfrealisatie centraal lijken te staan. Het lijkt alsof we wars zijn van het delen van menselijke waarden. Met de komst van paus Franciscus komt in onze westerse, geseculariseerde samenleving weer een voorzichtige discussie op gang of nu juist de zorg voor armen en verdrukten niet een centraal menselijk aandachtspunt hoort te zijn.
Er hoort een plek te zijn voor mensen die zichzelf verwaarlozen en de maatschappij tot last zijn
Mijn pleidooi is drieledig. Nederlandse psychiatrie bekeer u weer tot uw kerncompetenties, waaronder de zorg voor de verwarde dolende mens. Laat nieuwe plekken ontstaan waar deze mensen veilig worden opgevangen en zo nodig ook langdurig kunnen verblijven. Gemeenten, werk samen met de psychiatrie aan veilige wijken en buurten door de opvang van mensen die het alleen niet redden.
Tot slot: laten er nieuwe morele leiders - uit welke kring dan ook - opstaan die het voortouw nemen en zich bekommeren om dolende en verwarde mensen. Want ook zij horen erbij: ze hebben het recht op een (beschutte) plek. Dat is wat ons maakt tot een beschaafde samenleving.
Gemeenten en de psychiatrie moeten samenwerken.