Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Als ze dit de Loopgoot gaan noemen, is het goed

Hij is bijna af: de 390 meter lange houten brug in Rotterdam die twee stationsbuurten verbindt. Mede dankzij de crisis komt er weer leven in een vergeten gebied – een verandering waar de gemeente aan moet wennen.

De Luchtsingel, een houten brug, loopt dwars door het Schieblock over de Schiekade richting Pompenburg. 

Naar binnen gekeerde kantoortorens staan met hun rug naar de straat. Blinde muren, achterkanten. In de grijze parkeervakken staan meer auto’s dan dat er mensen in de straat lopen. Groen is alleen het gras tussen het tramspoor. We staan in het straatje naast het spectaculaire, nieuwe station Rotterdam Centraal, aan de achterkant van het drukke Weena.

„Dit moest een levendige, hoogstedelijke hotspot van Rotterdam worden”, vertelt Derk Loorbach, bijzonder hoogleraar sociaal-economische transities aan de Erasmus Universiteit en directeur van DRIFT, het Dutch Research Institute for Transitions. Gigantische hoogbouw, 24-uurseconomie, restaurants, winkels, woningen, alles. „Maar ondertussen is dit nog steeds een dooie hoek.”

Broedplaats

Via een knalgele passage, die is uitgebroken uit een kantoorgebouw, lopen we in de richting van het Schieblock, een modernistisch kantorenpand uit de wederopbouwperiode. Zes verdiepingen zijn opgetrokken uit glas en beton. „Na jarenlange leegstand is het Schieblock een culturele broedplaats geworden voor creatieve bedrijven”, vertelt Loorbach. „Al sinds de jaren negentig stond dit gebouw leeg, met de gebruikelijke bijverschijnselen als resultaat: overlast, onveiligheid, verpaupering.”

In 2009, net na het losbarsten van de economische crisis, nam de gemeente de grond voor 52 miljoen euro over van een projectontwikkelaar die het Schieblock wilde slopen om hier hoogbouw te realiseren. De steunmaatregel moest ervoor zorgen dat de ontwikkelaar in crisistijd door kon bouwen. Dat plan mislukte.

We lopen de geelgeverfde trappen van de Luchtsingel op. De houten voetgangersbrug loopt als een gele loper dwars door het Schieblock. Onderaan de trappen staan houten tafels en bankjes van de Biergarten, een café dat in de zomermaanden is geopend. Op de planken aan de zijkant van de brug staan namen en slogans als Bram Ladage Patat, De Urbanisten en RET Aardig Onderweg. „Dat zijn de sponsors. De Luchtsingel is mede gefinancierd door middel van crowdfunding. Voor 25 euro koop je een plank met je naam erop”, vertelt Loorbach.

Het idee voor een houten voetgangersbrug, die het vervallen stuk stad naast het station met Rotterdam-Noord moest gaan verbinden, kwam van architectenbureau ZUS. Loorbach: „ZUS was al een tijdje actief in het gebied. Ze waren bezig het Schieblock tijdelijk te transformeren in een stadslaboratorium voor creatieve bedrijven. Daarna bedachten ze de Luchtsingel, waarmee ze in 2012 de eerste editie van het Rotterdamse Stadsinitiatief wonnen.” Het Stadsinitiatief is een methode van de gemeente om bestuurlijke vernieuwing en burgerparticipatie te stimuleren. „ZUS kreeg 4 miljoen euro, bovenop het geld dat al via crowdfunding was binnengehaald. Ze konden meteen beginnen met bouwen.”

De namen van de sponsors van de brug staan in de planken geprint.

We lopen onder het Schieblock door, waar een deur aan de rechterkant toegang verschaft tot creatieve bedrijven en startups. Via een deur aan de linkerkant bereik je onder meer de dakakker, waar groente, fruit en kruiden worden verbouwd. In de plint van het gebouw zitten Rotterdam ArchiGuides, werkplaats MESS en Groos, een conceptstore voor Rotterdamse mode, design en kunst. Op de deur staat uitgelegd wat Groos betekent: ‘1) apetrots 2) trots’.

„De gemeente zit met dit gebouw in haar maag”, vertelt Loorbach. „Ze wilde het platgooien en hier opnieuw gaan bouwen, maar creëerde haar eigen weerstand toen de Luchtsingel werd gekozen tot Stadsinitiatief. Hier gebeuren nu dingen die het stadsbestuur niet per se wil, maar de gemeente is erin gestruikeld. Het is een soort ongewenste participatie.” Onlangs is besloten dat de bedrijven in het Schieblock nog tien jaar door mogen gaan.

Tijdelijkheid

De Biergarten aan de voet van de Luchtsingel zorgt voor leven aan de achterkant van het Schieblock.

Loorbachs instituut presenteerde vorige week een onderzoek naar de impact van de Luchtsingel. De onderzoekers zien duidelijk een kentering in het gebied: van verpaupering in afwachting van grootschalige projectontwikkeling, naar nieuwe ontwikkelingen die ontstaan vanuit tijdelijkheid.

Loorbach: „Door onder meer de Luchtsingel is er meer aanloop en activiteit. De brug vormt een korte route naar het station, dus veel mensen gebruiken hem als doorgang.” Lokale ondernemers rondom de Luchtsingel zien hun omzet en bedrijfswaarde nu misschien nog niet stijgen, zegt Loorbach, maar het is wel de verwachting dat dit gebeurt als de brug straks af is.

De Luchtsingel brengt ons over de Schiekade, met rechts het Hofplein; ooit een bruisend middelpunt, nu een grote verkeersrotonde. Loorbach: „Wat we hier zien, is gebiedsontwikkeling nieuwe stijl: organisch ontwikkelen – oftewel flexibel, stap voor stap – en bottom-up met een veel grotere rol voor maatschappelijk initiatief en zelforganisatie.”

Sinds de crisis is klassieke topdown projectontwikkeling, met een sleutelrol voor de gemeente en projectontwikkelaar, uit beeld geraakt. Het is precies deze verandering waar de gemeente zo aan moet wennen. „Ingrijpen in de publieke ruimte is immers een klassieke overheidstaak”, aldus Loorbach.

De Luchtsingel toont de worsteling van de gemeente met bestuurlijke vernieuwing. „De gemeente werd door de plannen overvallen. Binnen het college was wethouder Karakus (ruimtelijke ordening, PvdA) voor klassieke projectontwikkeling met een sturende overheid, terwijl collega-wethouder Louwes (participatie, D66) dit soort gebiedsontwikkeling en participatie juist wilde stimuleren. Daardoor is elke plank bevochten.”

Asfaltwegen

We staan inmiddels naast de leegstaande Shelltoren uit 1960, ooit door toenmalig wethouder Mentink de „laatste erectie van het grootkapitaal” genoemd. Tegenover de toren is vorige maand de rotonde van de Luchtsingel geplaatst. Als alle delen verbonden zijn kan de singel binnenkort het spoor over naar de Hofbogen, het viaduct van de oude Hofpleinspoorlijn. Eind dit jaar zou de 390 meter lange Luchtsingel helemaal klaar moeten zijn.

Langzaamaan begint het te leven tussen de leegstaande kantoren naast het spoor en boven de grijze asfaltwegen. De impact van de Luchtsingel zou nog groter kunnen zijn als de bouw van de brug opener zou zijn uitgevoerd, zegt Loorbach. Hij neemt een slok van zijn espresso macchiato in Lokaal Espresso, in een van de Hofbogen. „De mensen van ZUS zijn gedreven en voeren hun plan met de noodzakelijke eigenwijsheid uit, maar het project was niet altijd breed toegankelijk voor iedereen die mee wilde denken.”

Maar, besluit Loorbach positief, „te midden van cynisme en politieke strijd is ZUS erin geslaagd meer bezoek en activiteit te trekken. Dat was een klassieke projectontwikkelaar nooit gelukt.”

Voor Loorbach is de brug al een icoon, maar voor ‘de gewone Rotterdammer’ wordt het dat pas als het een Rotterdamse naam krijgt, denkt hij. „Misschien is de Loopgoot toepasselijk?”