Advertentie
sociaal / Nieuws

Jeugdzorg bij gemeenten in begin niet goedkoper

De Rekenkamer van Amsterdam, Den Haag en Utrecht hebben grote zorgen over de financiële en inhoudelijke haalbaarheid van de decentralisatie jeugdzorg. Een van de belangrijkste risico’s is dat de besparingen kunnen tegenvallen, terwijl deze al wel zijn ingeboekt.

23 september 2014

De Rekenkamers van Amsterdam, Den Haag en Utrecht hebben grote zorgen over de financiële en inhoudelijke haalbaarheid van de decentralisatie jeugdzorg in de drie gemeenten. Een van de belangrijkste risico’s is dat de besparingen kunnen tegenvallen, terwijl deze al wel zijn ingeboekt.

Risico’s

Ook de beschikbaarheid van voldoende zorg en de te hoge verwachtingen van de eigen kracht van jongeren en hun gezinnen worden door de rekenkamers als risico’s bestempeld. Dat blijkt uit de rekenkamerrapporten van de drie gemeenten die dinsdagochtend openbaar zijn gemaakt. Zij adviseren de gemeenteraden de ontwikkelingen nauwlettend en gestructureerd in de gaten te houden. De Rekenkamer Rotterdam presenteert later vandaag zijn rapport.


Wachtlijsten

De Rekenkamer Utrecht verwacht dat de resultaten van het Utrechtse jeugdbeleid – betere jeugdhulp én kostenbesparing – in de eerste jaren nog niet breed zichtbaar zullen zijn. Het ontstaan van wachtlijsten wordt door de rekenkamer eveneens als een van de risico’s bestempeld. Die wachtlijsten kunnen ontstaan als blijkt dat de gemeente te weinig zorg heeft ingekocht. Problemen van jongeren kunnen dan erger worden. Ook moet nog blijken of preventie en de inzet van buurteams daadwerkelijk tot een lager beroep op specialistische jeugdhulp leidt.


Eigen kracht

Tijdige en juiste jeugdhulp kan verder worden belemmerd ‘doordat de verwachtingen van de gemeente van ‘eigen kracht’ van gezinnen of de hulp uit de eigen omgeving te hoog zijn’, waarschuwt de Utrechtse Rekenkamer verder. Dat is in Amsterdam gebleken, stelt de hoofdstedelijke Rekenkamer in zijn rapport. ‘Uit ons onderzoek blijkt dat het benutten van de eigen kracht moeilijker is dan gedacht.’ Het is volgens de Amsterdamse Rekenkamer vaak onduidelijk waar de verantwoordelijkheid van de professional begint en eindigt. ‘Deze onduidelijkheid wordt versterkt door een combinatie van weinig ervaring met het inzetten van eigen kracht, de neiging van hulpverleners te graag te willen helpen en verschillende interpretaties van de methodiek en reikwijdte van de functie.’


Budgetoverschrijding

Ook de Amsterdamse Rekenkamer stelt dat het nog maar de vraag is of de ‘transformatie werkelijk op korte termijn leidt tot een kostenbesparing die toereikend is om de rijksbezuiniging te compenseren’. Die wordt voor Amsterdam (vanaf 2017) op circa twintig miljoen euro geschat. Budgetoverschrijding noemt ook de Haagse Rekenkamer een risico. Die kan ontstaan ‘doordat de gemeente er onvoldoende rekening mee houdt dat het tijd kost voordat de inzet op preventie en eigen kracht zich kan uitbetalen in een afname van zwaardere hulp’, aldus het rapport. ‘De beoogde besparingen boekt de gemeente echter nu wel al in.’


Bureaucratie

De samenwerking zowel binnen de gemeenten als met externen wordt bemoeilijkt door ‘gebrekkige registratiesystemen, bureaucratie, oude patronen, uiteenlopende belangen en verschillende kennisniveaus’, concludeert de Haagse Rekenkamer verder. Riskant, want: ‘als de samenwerking niet goed loopt, kan het nog steeds gebeuren dat meerdere hulpverleners tegelijkertijd bezig zijn met een gezin zonder dat ze dit van elkaar weten.’ Om onder meer daar een einde aan te maken, is besloten de jeugdzorgtaken naar gemeenten over te hevelen.


Positie raad

De Rekenkamers hameren er bij de gemeenteraden om de vinger goed aan de pols te houden. De Utrechtse Rekenkamer stelt dat de raad zeker twee keer per jaar een ‘scherpe voortgangsrapportage’ nodig heeft, waarin het college in ieder geval ingaat op de risico’s en ontwikkeling van het nieuwe stelsel. De Haagse vindt dat de raad het college de opdracht moet geven om met goede sturingsinformatie te komen. De Amsterdamse Rekenkamer vindt dat de raad ‘gegeven de complexiteit van het programma en het financieel en maatschappelijk belang’ over de voortgang van de verschillende deelprojecten te beperkt is geïnformeerd.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Willem Kamps
Is er bij deze bezuinigingsmaatregel, de 3D - want dat is het uiteindelijk, niets meer en niets minder - rekening gehouden met de kosten van alle uitkeringen van alle professionals die op straat komen te staan (en hoe die terugval in inkomsten de zo wankele economie 'stimuleert'')?
Advertentie